Onvoorbereid

geplaatst op 21 juni 2018

De stad had ik al een tijd achter me gelaten en ik reed over een dijk. Een bekend Hollands tafereel trok langs de autoruiten voorbij; water aan de ene zijde en uitgestrekte grasweilanden aan de andere. De radio speelde een rustig deuntje en ik dacht aan de dagdienst op de ambulance die net als de stad achter me gebleven was.

Rietstengels raasde langs de autoruit. Na een flauwe bocht zag ik plots een scooter liggen aan de waterkant. Ik minderde vaart en keek naar de rode Vespa op de grond. Een vreemd object op een weg die verder verlaten was. 

Stiekem hoopte ik een visser te zien voor wie het een gewoonte was zijn voertuig zo roekeloos neer te leggen maar langs het water was geen groene paraplu of opstekende hengel te bekennen. Vlak na de scooter draaide de weg opnieuw. Stapvoets reed ik langs en ik keek de bocht door. Er lag een man langs de weg. 

Ik zuchtte en zette de alarmlichten van mijn oude auto aan. ‘Meneer,’ riep ik naar de man terwijl ik op hem toeliep. De man sprak geen woord na mijn aanspreken maar begroette mij slechts met een snurkend geluid. ‘Meneer’, ik probeerde het nog eens terwijl ik dichterbij kwam. Het nare gevoel bekroop mij dat de man niet spontaan zijn ogen zou openen. Zijn gezicht zat onder het bloed dat zich inmiddels ook over het asfalt verspreidde. 

Ik voelde in mijn zakken en haalde mijn telefoon tevoorschijn. Ik drukte op een knop aan de zijkant maar het scherm bleef zwart. ‘Wat een ironie,’ dat ik bij mezelf. De hele dagdienst hebben we niet meer dan een paar pleisters geplakt en nu sta ik eindelijk bij een echte patiënt en ben ik totaal onvoorbereid. 

Ik stopte het nu-nutteloos geworden apparaat weer in mijn zak en knielde bij het hoofd van de man. Ik lichtte zijn onderkaak wat op met mijn wijsvingers en het snurken nam direct af. De man ademde nu rustig door. Ik keek naar zijn gezicht. Een flinke Jaap boven zijn rechter wenkbrauw was te herleiden als de bron van het bloed dat inmiddels ook al aan mijn handen kleefde. 

Zo goed als ik kon inspecteerde ik de rest van het lichaam. Ik hoopte vurig dat hij ondertussen zijn ogen weer zou openen maar de man gaf geen sjoege. Nog steeds hield ik zijn onderkaak in een jaw thrust*  die ik niet los kon laten zonder dat de man weer snurkend aan zijn zuurstof moest komen. 

Ik keek in de verte naar het eerste huis een paar honderd meter verderop. Een lastige keuze drong zich aan me op. Moest ik deze man hier in een stabiele zijligging achter laten om in die boerderij op zoek te gaan naar een telefoon? Zijn nekwervels gaan bewegen om hulp op gang te laten komen? Hoe lang zouden we hier anders liggen met z'n tweeën? Had ik eigenlijk wel een keuze? 

Ik haalde diep adem en hakte de knoop door. Ik besloot de man op zijn zijde te draaien. Net toen ik hier aan wilde beginnen zag ik in de verte een auto over de dijk aan komen rijden. Mijn hart maakte een klein sprongetje van geluk omdat ik er weldra niet meer alleen voor zou staan. Met mijn ogen bleef ik de auto volgen tot hij vlak bij de scooter tot stilstand kwam. Een dame stapte uit en vroeg of ze mij helpen kon. ‘Wil je 112 bellen en de telefoon naast me neer leggen?,’ vroeg ik haar. Zonder tegenspraak deed ze wat ik haar vroeg. 

Niet veel later waren twee ambulances onderweg naar de afgelegen dijk. De sirenes waren al in de verte te horen toen de man langzaam zijn ogen opende. Verbaasd keek hij naar de blauwe lucht boven hem. Ik verplaatste mijn hoofd in zijn blikveld. ‘U heeft een ongeluk gehad,’ begon ik. 

De man kreunde wat, alsof de pijnsignalen van zijn gehavende lichaam opeens zijn hersenen hadden bereikt. Hij begon met zijn armen om zich heen te zwaaien. Hij greep mijn shirt vast en liet er twee grote bebloede handafdrukken op achter. 

Niet veel later arriveerde de eerste ambulance. ‘Jij zou toch naar een barbecue gaan vanavond?’, vroeg een van mijn collega’s. ‘Waarom ben je dan hier op de grond gaan liggen?‘ Ik glimlachte als een boer met kiespijn. ‘Sterker nog‘, antwoorde ik, terwijl ik naar de vlekken op mijn shirt keek. ‘Ik ben onderweg naar een vegetarische barbecue, dus ik heb nog wat uit te leggen ook.’

Micha Smit is ambulance-chauffeur en deelt zijn ervaringen in iedere uitgave van EHBO.nl. Deze column is uit oktober 2017. Wil jij iedere column van Micha en meer EHBO nieuws lezen? Abonneer je dan nu op EHBO.nl door hier te klikken. 

*De jaw thrust wordt ook wel de Kaaklift genoemd, een alternatieve methode voor de kinlift met als doel de luchtweg vrij te maken. De jaw thrust wordt uitgevoerd door professionele hulpverleners.